Hoofdstuk 1
In dit hoofdstuk probeer ik zicht te geven op het hoe en waarom bij het geven van de lessen T’ai Chi.
In een franse les spreek je frans, in een spaanse spaans en in een T’ai Chi les T’ai chi-aans.
Wat je leert dat pas je toe. Het is geen les ‘over’, maar les ‘in’. Dat betekent dat de cursist veel zal moeten kunnen terugvinden en herkennen over T’ai Chi in hoe de leraar les geeft.
Het schrijven van dit boek, maar ook het lesgeven, is een proces in wording.
Iedere les komen er nieuwe ervaringen bij.
Wat je in dit hoofdstuk vindt stamt uit ervaringen in het verleden.
Alles wat daarna kwam kun je vinden in een appart hoofdstuk: lesvoorvallen.
- Over de T’ai Chi Ch’uan als leermeester
De grote leidraad tijdens al mijn lessen is de vorm van T’ai Chi Ch’uan. Aan de hand van de vorm kunnen de principes van de T’ai Chi het beste toegelicht worden.
Ik beschouw de vorm als de beste leermeester bij het vertrouwd te raken met de essentiële beginselen van T’ai Chi. Dit impliceert een onderscheid tussen T’ai Chi en T’ai Chi Ch’uan!
Bij de eerste les houd ik cursisten voor dat je je vanaf het begin overal en altijd kunt bezig houden met T’ai Chi. Ook in de supermarkt en bij het aantrekken van je sokken!
Het grappige is dat dan iedereen meteen in de lach schiet. Iedereen denkt aan de vorm. Maar T’ai Chi is méér dan de vorm! Je kunt het beoefenen:
-bij het aantrekken van je sokken: niet lui op de rand van je bed, maar balancerend op één been
-bij het fietsen: vanuit je centrum benen aansturen, en schouders volgen. Ze leiden niet
-achter het stuur: voel de wind en de weg
-achter de stuurknuppel van een zweefvliegtuig: voel de thermiek
-aan het roer: voel de stroming
-op (het) pad: geniet van het wandelen
-in het bad: met je oren onder water luisteren naar het ruisen van het bloed en het het kloppen van het hart, de ademhaling, de stilte, de herrie die ontstaat bij het spannen van de aangezichtsspieren
-In Argentinië heb ik ooit eens in een angstige situatie mijn ademhaling als een oorverdovende herrie ervaren.
-in de supermarkt: je niet druk maken om de verkeerde rij, maar op één been gaan staan bv.
-bij hoofdpijn: ontdek eens hoeveel spieren in je hoofd en nek je dan vaak aanspant. Alleen al het tot ontspanning brengen van die spieren kan verzachtend werken!
T’ai Chi beoefenen omvat het toepassen van de principes van T’ai Chi. In het volgende hoofdstuk gaan we daar verder op in. Het leren kennismaken met die principes kan het beste gebeuren via de vorm. Maar als je de vorm met al haar ins en outs eenmaal kent, of beter: eigen hebt gemaakt, dan is het heel goed mogelijk om je verdere leven doordrongen te laten zijn met T’ai Chi, zonder ooit nog de vorm te doen!
Dat laatste kan ik me overigens niet voorstellen!
Want de vorm is zo magistraal ontwikkeld, dat je er eigenlijk nooit genoeg van kunt krijgen. Iedere houding, iedere beweging geeft eindeloos stof tot ontwikkeling, overweging, verdieping, meditatie, sensatie!
Het lijkt wel of iedere beweging in de vorm de schijnwerper zet op één bepaald aspekt van de principes van T’ai Chi. Natuurlijk zijn op ieder moment, bij iedere houding en iedere beweging alle aspekten van T’ai Chi aanwezig.
Maar daarnaast biedt de vorm in ieder van de 64 ‘houdingen’ apart de mogelijkheid één heel bepaald aspekt (van de principes) van T’ai Chi eens extra in het daglicht te zetten.
Deze ontdekking heb ik aangegrepen in mijn lessen.
De vorm is feiloos. Zo leer je in het begin je basis creëren, en word je er onherroepelijk bij de eerste streel de staart van de mus mee gekonfronteerd, als je die basis overdreven hebt. Voor de stap met links naar voren moet je nóg dieper zinken. Dat kan omdat bij het begin door het indraaien van de teen de basis vriendelijk een beetje is verkleind. Maar als je zélf je basis overdreven hebt door een truuk (scheve as, knie naarbinnen laten komen, in je linkervoet vallen), is dat verder zinken in rechts helemaal niet meer mogelijk.
Ook levert de vorm waarborgen tegen insluipen van gewoontes. Heb je eenmaal in je gevoel geplanteerd dat je in de 70-30 stand je achtervoet hebt moeten indraaien naar 45 graden: T’ai Chi zou T’ai Chi niet zijn, als je (bij de tweede poets linker knie) dat in een keer juist niet moet doen.
- Over T’ai Chi als moeder van de tegenstellingen.
In de lessen hebben de cursisten het vaak hard te verduren. Hoe kan het anders. Iedereen is op zoek naar houvast.
En als dat dan ergens in gevonden is, kom ik met het tegensgestelde op de proppen. De lessen zijn van begin tot eind volgebouwd met tegenstellingen. Door mij, maar natuurlijk ook door de vorm zelf. Soms heel expliciet, maar vaak ook impliciet. We zijn per slot van rekening met T’ai Chi bezig. De voortdurende afwisseling van jang en yin. In dit boek zul je tal van tegenstellingen kunnen lezen of ontdekken!
Ook vraag ik cursisten te denken over woorden die een tegenstelling omsluiten. Dat levert prachtige voorbeelden! De mooiste heb ik opgenomen in het volgende hoofdstuk.
- Over de opbouw van de lessen
Iedere les is opgebouwd uit een aantal fasen. Omdat ik lessen T’ai Chi in de eerste plaats beschouw als het beoefenen van T’ai Chi, en pas ergens achteraan als het leren van strikt bepaalde houdingen, leek het me goed om iedere les te beginnen met het creëren van de voorwaarden daarvoor.
Zo staat fase 1 in het teken van ont-spanning. Het losmaken van je lichaam. Als je op elkaar zou letten, wat echter niet de bedoeling is, want je moet de aandacht bij je zelf houden, dan is uiterlijk waarneembaar waar iemand last van heeft. Want daarheen gaan de eerste losmaak-oefeningen. Zie je iemand zijn nek draaien, dan weet je dat ie dáár last heeft.
Het lijkt een pré T’ai Chi fase. Ook al zou je geen T’ai Chi gaan doen, dan nog heeft het zin om je te ontspannen.
Impliciet echter ben je wél bezig met een voorbereiding op het doen van T’ai Chi: het richten van je bewustzijn (op gespannen plekjes in je lichaam), te luisteren naar je lijf!
In fase 2 besteden we aandacht aan de meridiaanstretchingen. Meridianen zijn “energiekanalen” die door je hele lichaam lopen en in verbinding staan met je ingewanden. Door deze op een heel precieze en bepaalde manier te stretchen voel je je direct “openschieten”. Er zijn 12 (+ 2) meridianen waarbinnen energie middelpuntvliedend (centrifugaal) of andersom (centripetaal) stroomt.
In fase 3 gaat ieder op zoek naar dé voorwaarde om met T’ai Chi bezig te kunnen zijn: het aanwezig komen in je centrum. T’ai betekent niets meer en minder dan ‘gecentreerde mens’.
In fase 4 herhalen we nog een keer, maar dan ieder op zijn/haar eigen plekje het losmaken/ontspannen, nu met de voeten V-vorm. De fase eindigt met een stevig schuddelen van top tot teen. Als een hond die zich uitschudt. Dat maakt het in de vierde fase mogelijk om van binnen een zinderende beweging gewaar te worden, ook al sta je uiterlijk roerloos stil!
In de 4e fase gaat de aandacht volledig naar binnen. Uiterlijk stil, maar innerlijk in volle aktiviteit, gericht op ontspanning! En hier komen de 2 extra meridianen en hun stroming zowel als de ademhaling aan de orde. Aan het slot concentreren we de aandacht helemaal in het tan tien.
Na deze fases van voorbereiding, waar we minimaal 10 minuten mee bezig zijn, volgt het lopen van de vorm. Tot zover als de cursisten gekomen zijn in de kennismaking met de 64 houdingen.
En met de chi in lijf en leden gaan we daarna aan de gang met herhalen en kennis maken met nieuwe bewegingen. En bespreken van “foutjes”. Niet zozeer gericht op het foutje, als wel op de gouden tip om te perfectioneren.
Ook dáár gaat het mij meer om stroming, ge(con)centreerdheid, basis, rechtop, soepel, ontspannen, dan op het precieze uitvoeren van vorm-houding-gerelateerde zaken. Zo heeft de Single whip bij mij een hoop aspekten:
-de snelle 180 graden wending; -de flow van de zweep met links; -de roer in de pot met rechts; de stoot naar rechts tegen de neus (en niets anders, want anders breekt je pols) of de rugkant handslag tegen de linker slaap van de ander; het aan de bloes-kraag trekken met de rechterhand; het gecentreerd zijn in de draai; het rechtop zijn; de aansturing van het bekken gebaseerd op de juiste stand van de voeten; het gezonken zijn; voor wie er lol in heeft de fa jin bij de 2 (!) basis beweegdoelen (daarnaast zijn er per beweegdoel meerdere martiale applicaties mogelijk)
Tijdens de cursussen voor beginners staat voorop: De Ont-spanning, het Losmaken en Loslaten.
Hier ben ik vooral geruststellend (‘je hoeft niet alles meteen te onthouden’) en grappig (relativerend).
Voor gevorderden staat de cursus in het teken van Concentratie.
In deze fase eis ik veel meer van het opname-vermogen van de mensen. (we gaan sneller door de vorm, en ik laat mensen steeds meer zelf ontdekken in de vorm van gerichte vragen over opvallende delen in de vorm. bijvoorbeeld: wat is het verschil tussen de eerste en de tweede strijk linker knie)
Vergevorderden vinden de Geconcentreerde Ontspanning en de Ontspannen Concentratie in het Spel.
Genieten van bewegingen die van jou geworden zijn, en door middel van Push Hands verdiepen van de principes.
- Over het in de gaten houden van mijn cursisten
Vanuit mijn ooghoeken kijk ik vaak naar de deelnemers. Niet om ze te betrappen op foutjes, maar steeds op zoek naar de best helpende tip om verder te komen. Ook probeer ik uit hun uitstraling af te leiden of ik goed of fout zit met een aanpak/opmerking/inhoudelijk voorstel/voorbeeldgave enz. Allerbelangrijkst vind ik het in de waarde laten van de deelnemers. Maar bij ieder is er een groot verschil in wat wenselijk is. De een wil directe aanpak en kan daar tegen en een ander schiet meteen in onzekerheidsgevoel daardoor. Dat móet je doorhebben als goede leraar. De een wil graag aarden, en de ander mag wel wat meer fantaseren leren of uit de bol gaan…Die tegenstellingen zijn een absoluut bekend terrein in de T’ai Chi. En dus allebei even nodig. Ben je een blok: maak je licht. Loop je met je hoofd in de wolken: kom op de aarde. Het is het leukste als mensen nieuwe inzichten in zichzelf verkrijgen. Daar doe ik voor.
- Over het therapeutisch effect van de cursussen
Ik beoog niet de lessen therapeutisch te laten zijn, en expliciteer dat ook naar cursisten.
Toch gebeurt er op dit gebied heel veel.
Ik observeer de cursisten individueel, en wanneer ik onzekerheid, onbalans, stijfheid, ademproblemen, of wat dan ook konstateer, dan spreek ik gedurende de vorm, die ik als voorbeeld altijd doe vóór de groep, dus met mijn rug náár de groep, in op deze aspekten. In het algemeen. Daarbij het individu de vrijheid latend of hij of zij de verbale begeleiding, die impliciet bedoeld is voor hem of haar, oppikt en aanneemt.
Verder gebruik ik mijn status van leraar en gewaardeerd persoon om mijn eigen zwakheden en falen naar voren te brengen.
Wanneer cursisten dergelijke zwakheden ook in zichzelf herkennen krijgen ze de mogelijkheid deze zwakheden te erkennen, te aanvaarden en te relativeren.
Het gevoel van “de leraar kan het zelf ook niet”, heeft als gunstig neveneffekt dat men sterker in de eigen schoenen komt te staan!
Mensen kiezen zelf de (levens)gebieden, waarop ze de verworvenheden middels T’ai Chi van toepassing willen doen zijn.
Tot mijn cursisten horen veel mensen die om een of andere reden psychiatrische zorg behoefden of behoeven. Bij de mensen die al wat langer onder mijn hoede zijn, kun je konstateren dat ze zekerder in hun schoenen zijn gaan staan.
Over spelletjes met een doel.
Vaak maak ik gebruik van zelf verzonnen of bestaande spelletjes om aspekten en principes van T’ai Chi te verduidelijken, voelbaar te maken. Enerzijds om de lessen luchtig te houden. En anderzijds omdat het werkelijk waardevolle inzichten kan verschaffen.
Een paar wil ik hier noemen.
- Doel: ervaring geven dat ledematen vanuit het centrum aangestuurd kunnen worden.
zet je voeten in V-vorm, en ontspan. Hou bij de volgende oefening je armen helemaal slap, en probeer ze door te draaien vanuit en met je centrum allerlei kanten op te krijgen. Er zijn zeer veel bewegingen mogelijk!
Ook kun je proberen om met bewegingen vanuit en met je centrum je slappe, maar wapperende armen zo snel mogelijk tot stilstand en rust te brengen langszij.
- Doel: laten ervaren dat de krachten die in T’ai Chi gebruikt worden vaak minimaal zijn.
ga ontspannen op 15 centimeter afstand van een muur staan. breng je pols tegen de muur, en druk vervolgens zo hard je kunt. Alsof je met je pols een baksteen uit de muur wilt drukken. Hou dit vol tot je helemaal begint te trillen. Stap dan weg van de muur, en ontspan je arm helemaal. Je zult merken dat hij dan als het ware vanzelf omhoog komt. Er is geen aktieve spier-spanning voor nodig. Alleen spier-ont-spanning. Hoe bijzonder T’ai Chi!
- Doel: inzicht verschaffen in wat er maar over T’ai Chi te ontdekken valt.
Hiervoor heb ik een speciale oefening. Mensen mogen gaan zitten aan tafel. Dan kom ik met eieren van mijn eigen kippen. Ongekookte. En laat mensen aan de gang gaan om het ei recht overeind te zetten. Geloof je niet dat het kan? Toch is het waar. En niet alleen op de stompe kant, maar ook op de spitse. En zonder trucs van een gaatje in de tafel of een klein tikje. Gelukkig is er altijd wel iemand die het in no time voor elkaar krijgt! En dan gaan we erover praten. Over ieders ervaring. Alle observaties zijn geldig. En dan komen de opmerkingen. Veel opmerkingen zijn in hun tegendeel óók waar: “het ligt aan het ei”. “Ok, pak maar een ei dat het doet”. In negen van de tien gevallen lukt het dan. Maar in een enkel geval ook dan niet. En het oorspronkelijke ei dat het eerst niet deed, doet het in veel gevallen in de handen van een ander wél!
De dooier die moet zinken en tot rust moet komen is als ons tantien!
Lukt het niet? Niet wanhopen. T’ai Chi is óók: investeren in verlies!
Over vertrouwd raken met principes
Gedurende de hele kursus, en iedere les, probeer ik door allerlei beelden mensen vertrouwd te maken met het juiste gevoel dat hoort bij de verschillende principes, die gelukkig ook in de vorm ruim aandacht krijgen. En als de emotionele veiligheid in de groep het toelaat, ook met behulp van pushing hands technieken.
Over geleide en eigen fantasie.
Ik maak in de lessen veel gebruik van geleide fantasie. Of het nou gaat om de ontspanning, de concentratie, het stilstaan of de beweging.
Maar ook hou ik mensen voor, dat wat voor de een een geschikt beeld is, niet perse voor iedereen hoeft te gelden.
En ik waarschuw mensen ervoor om niet koste wat kost te proberen een beeld wat niet aanslaat te volgen. In dat geval is het beter om de eigen fantasie te laten werken. Fantasie is een zeer geschikt middel om inzicht te verwerven in de principes van T’ai Chi! Zo is het onmogelijk om de vorm te doen, als je niet een denkbeeldige tegenstander fantaseert. Per slot is de T’ai Chi Ch’uan een martiale (= strijd) kunst. De vorm is te zien als een lange kata.
Een voorbeeldje van geleide ontspanning in fase 4 van de voorbereiding:
Stel je voor dat iemand een hoepel over je heen haalt. Een heel aparte hoepel die zich vormt naar je lijf. De persoon beweegt die hoepel van boven naar beneden. Te beginnen bij je kruintje. Heel langzaam. Van het kruintje over je voorhoofd, langs je oren, neus, wangen, mond enzovoort tot de voetzolen op de grond. En waar die hoepel zich bevindt, daar ontspan je al je spieren!
Over het prikkelen van het zelfbewustzijn in de richting van aandachtig observeren.
Tijdens de cursus besteden we veel aandacht aan het loopje. Het loopje hoort niet bij de vorm van T’ai Chi, maar heeft wél alle principes van T’ai Chi in zich. Lopen is voor iedereen misschien wel de meest vertrouwde beweging. Daar sta je niet eens meer bij stil…..En precies dát is wat ik cursisten probeer bij te brengen: stilstaan bij het lopen. Hoeveel richtingen kun je op met het loopje? Heel vaak worden er door cursisten maar een paar van de mogelijkheden genoemd. Dat het er acht zijn had niemand gedacht, maar wél kunnen bedenken! En zo is er weer een ervaring toegevoegd die kan leren dat nauwkeurige observatie kan leiden tot inzichten. En dat iedereen dat kan!
(Het loopje kan vooruit, achteruit, naar links opzij en rechts opzij, en vooruit én achteruit linksom en rechtsom draaiend.)
Overigens ontdek ik zelf tijdens de les vaak nieuwe dingen, of onderga nieuwe gewaarwordingen.
Toe we eens het loopje deden van links naar rechts (opzij dus) begon ik ineens de richting van mijn centrum-verplaatsing te accentueren met mijn handen. Om te verduidelijken dat het centrum een soort pendel-beweging maakt. De hele groep ging daarin mee. We konden er bijna niet meer mee ophouden. Zo’n toffe gewaarwording was dat! Hadden we iets ontdekt waar we energie mee konden laden?
Over de weg en het doel
zélfs in de houdingsbewegingen is het beter bezig te zijn met de weg dan met het doel. dwz de nadruk ligt op deelsgewijs herhalen. dat betekent niet dat we het nooit over het doel van de houding hebben! Maar daarbij geeft het doel informatie over de weg> Niet andersom.
Over grenzen
Vanaf het begin houd ik de mensen voor dat ze nooit over hun eigen grenzen moeten denderen. Wél is het zaak om die grenzen te kennen. En er dan beetje voor beetje aan gaan knabbelen.
Over ontspanning en relativering.
Tijdens de eerste 12 lessen ligt voor mij altijd de nadruk op ontspanning. Ik maak regelmatig grapjes. En wel om de spanning die kan ontstaan doordat er heel wat op je afkomt als je met T’ai Chi begint te breken.
Tijdens die beginfase probeer ik mensen er ook van te overtuigen dat T’ai Chi leuk is. En niet verheven.
Relativeren van hoge verwachtingen staat daarbij voorop.
Maar met T’ai Chi is alles mogelijk………..
En dat zal iedereen die ermee begint, terugkijkend daarop na jaren van oefening, kunnen beamen.
Streven naar het doel werkt niet. Maar terugkijken op de weg levert inzicht.
En met deze omdraaiing van wat 2 kopjes eerder beweerd werd gaan we kijken naar de principes van T’ai Chi.